Opinie: Brengt olie welvaart naar Suriname?
Discussie over besteding van oliedollars in Suriname komt nog niet goed op gang
Iedereen weet inmiddels dat tegen 2028 de olieproductie in block 58 van start gaat, wat miljarden dollars aan inkomsten voor Suriname zal genereren. Er wordt verwacht dat er dagelijks 200.000 vaten geproduceerd zullen worden, met geschatte inkomsten van 16 tot 26 miljard dollar over een periode van 20 jaar. Dit onderwerp komt vaak ter sprake bij sociale bijeenkomsten, waar menig persoon zijn mening geeft over hoe de oliedollars besteed zouden moeten worden.
Toch is er nog weinig maatschappelijk debat over dit onderwerp. Studenten schrijven nog geen essays of scripties hierover, de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) biedt geen diepgaande analyses, en ook de universiteit heeft nog geen wetenschappelijk werk gepubliceerd over deze kwestie. Het lijkt erop dat we het belangrijk vinden, maar niet belangrijk genoeg.
President Chan Santokhi laat geen kans onbenut om zijn visie op deze zaak te delen. Tijdens de Suriname Energy, Oil & Gas Summit (SEOGS) in juni dit jaar zei hij: “Onze strategie voor olie- en gasinkomsten richt zich op het gebruik van de gegenereerde rijkdom om duurzame economieën te creëren en de diversificatie van onze economie te bevorderen voor zowel huidige als toekomstige generaties. De rijkdom van de winningsindustrieën behoort toe aan het volk, niet aan regeringen, politici, politieke partijen of de particuliere sector.”
Ook de directeur van Staatsolie, Annand Jagessar, benadrukt het belang van goed beheer van de olierijkdommen. In het jaarverslag van 2023 van Staatsolie schrijft hij: “Er zijn maar weinig landen die sterk afhankelijk zijn van olie- en gasproductie en die de vloek van de hulpbronnen hebben kunnen vermijden. Een van de belangrijkste manieren om dit te doen, is het opzetten van een solide Sovereign Wealth and Stabilization Fund.”
Wat betekent dit alles? Wat is de “resource curse” en waarom zou Suriname eraan ten prooi kunnen vallen? Waarom wordt een Sovereign Wealth and Stabilization Fund als oplossing gezien? Hoe zal dit fonds functioneren en wie zal het beheren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de oliedollars eerlijk worden verdeeld tussen huidige en toekomstige generaties, zoals de president vaak benadrukt? Welke politieke leiders zijn het best voorbereid om de verwachte oliedollars verantwoord te beheren?
De geschiedenis biedt ons lessen. Zijn wij comfortabel met het overlaten van deze verantwoordelijkheid aan politici, het parlement en overheidsinstellingen? De lijst van vragen waar de burgerij begeleiding bij nodig heeft en inspraak in moet krijgen, groeit.
In deze column een introductie van de “resource curse”. Deze term wordt vaak gebruikt, maar academici zijn verdeeld over het bestaan ervan. De term is gebaseerd op de observatie dat landen met een overvloed aan natuurlijke hulpbronnen vaak lagere economische groei en minder democratie ervaren dan landen met minder hulpbronnen. Dit wordt gezien als een negatief effect van natuurlijke hulpbronnen op economische groei en welvaart, ook wel de “vloek van natuurlijke hulpbronnen” of de “paradox van overvloed” genoemd.
Een dichtbijgelegen voorbeeld is Venezuela, waar onderzoekers uitgebreid over de resource curse hebben geschreven. Venezuela was een relatief welvarend land met een gediversifieerde economie voordat de oliehausse rond 1970 begon. Het reële BBP per hoofd van de bevolking bedroeg ongeveer $3.380 in 1986. Met de bloei van de oliesector steeg dit inkomen, bereikte een piek in 2012 van $12.688 per hoofd van de bevolking, maar daalde vervolgens weer naar bijna hetzelfde niveau als in 1986. Tegelijkertijd steeg de buitenlandse schuld enorm, van $1.5 miljard in 1970 naar $193 miljard in 2021, met een schuldratio van 148% van het BBP.
Met de opkomst van de olieproductie stegen ook de overheidsuitgaven en politici beloofden meer gelijkheid, armoedebestrijding en investeringen in diversificatie van de economie. Toen de olieprijs kelderde tussen 1980-1990, bleven de extra inkomsten uit olie uit en werd het moeilijk voor de overheid om sociale programma’s en subsidies te handhaven. De oplossing was meer lenen. In de jaren na 1990 bleef de olieprijs volatiel, en daarmee ook de overheidsinkomsten.
Om ambitieuze plannen te blijven financieren, werden steeds meer leningen aangegaan. Toen de olieprijs dramatisch daalde van $100+ per vat tot rond de $35 per vat tussen 2014 en 2016, raakte Venezuela in een economische crisis met hyperinflatie en tekorten aan basisbehoeften. Hier wordt verder niet ingegaan op economische sancties die de problemen verergerden.
Date: 26 juli 2024
Categories: Olie- en Gasindustrie, Suriname
– DISCLAIMER –
LocalContentSuriname.com is een portaal waar ondernemers, bedrijven en stichtingen zich willen presenteren. Deze website is niet verantwoordelijk voor de inhoud die op deze pagina getoond wordt. Alle informatie die op deze pagina wordt verstrekt, moet onafhankelijk worden geverifieerd. Er worden geen garanties of verklaringen gegeven voor de juistheid van de informatie. Ga naar veelgestelde vragen voor meer informatie.