Veelgestelde vragen

Suriname Business Forum

Meer veelgestelde vragen met betrekking tot dit onderwerp:

No se han encontrado artículos

LEY del 18 de octubre de 2006, que establece el Foro Empresarial de Surinam

Uit het STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME:

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

In overweging genomen hebbende dat het nodig is het Suriname Business Forum in te stellen om actief de samenwerking tussen de lokale private sector en de publieke sector te versterken teneinde duurzame economische groei en werkgelegenheid in Suriname te bevorderen;

Heeft, de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door De Nationale Assemblee, bekrachtigd de onderstaande wet:

Hoofdstuk I Algemene Bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde, wordt verstaan onder:

a. de Minister: de Minister belast met de zorg voor de bevordering van de handel en industrie;
b. het SBC: het Suriname Business Center;
c. het SBF: het Suriname Business Forum;
d. de Lokale Private Sector: de economische sector die alle ondernemingen omvat die het resultaat zijn van voor het merendeel particuliere investeringen inclusief de middelgrote, kleine en micro bedrijven uitgezonderd die ondernemingen die tot stand zijn gekomen als gevolg van voor het merendeel directe buitenlandse investeringen;
e. de negen vertegenwoordigende instanties: de Associatie van Surinaamse Fabrikanten, de Kamer van Koophandel en Fabrieken, de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven, de Raad van Vakcentrales in Suriname, een representatieve vertegenwoordiging van de Niet Gouvernementele Organisaties, de Anton de Kom Universiteit van Suriname, het Ministerie belast met financiële aangelegenheden, het Ministerie belast met justitiële aangelegenheden en het Ministerie belast met de zorg voor de bevordering van de handel en industrie.

Artikel 2
  1. Bij deze wet wordt ingesteld het Suriname Business Forum.
  2. Het SBF is een rechtspersoon en is gevestigd in Paramaribo, doch kan ook elders, in zowel binnen- als buitenland kantoor houden.

Hoofdstuk II Doel en taken

Artikel 3
  1. Het SBF is een permanent platform met als doel de ontwikkeling van de lokale private sector, dit middels dialoog tussen de private sector en de publieke sector in een Publiek: Private Partnerschap bij het samen formuleren, samen uitvoeren en monitoren van de Nationale Strategie voor de Ontwikkeling van de private sector in Suriname.
  2. Het SBF heeft tot taak:
    a. het opzetten van een permanent platform voor dialoog tussen de private en publieke sector in een Publiek-Private Partnerschap;
    b. het treden in dialoog en samenwerking met de overheid en andere actoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de Lokale Private Sector;
    c. het aangaan van samenwerkingsverbanden met soortgelijke instellingen en/of donororganisaties in binnen- en buitenland;
    d. het oprichten van een Suriname Business Center; dat als werkarm van het SBF zal functioneren;
    e. het scheppen van gunstige voorwaarden ter ontwikkeling van de Lokale Private Sector, onder andere door middel van:
    1. het opstellen c.q. voortdurend actualiseren van een nationale strategie voor de ontwikkeling van de Lokale Private Sector;
    2. het coördineren bij de uitvoering van deze nationale strategie;
    3. het opzetten van mechanismen ter identificatie van ontwikkelingssectoren met hoge prioriteit;
      f. het verrichten van alle andere activiteiten die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de Lokale Private Sector.
  3. Bij of krachtens staatsbesluit kunnen regels worden vastgesteld met betrekking tot het toezicht op het Suriname Business Center.

Vermogen

Artikel 4

Het vermogen van het SBF wordt gevormd door:
a. de exploitatiekosten, deze komen voor rekening van de vertegenwoordigende instanties, die elk voor gelijke delen bijdragen met uitzondering van Ravaksur, de Niet-Gouvernementele Organisaties en de Anton de Kom Universiteit van Suriname;
b. giften;
c. subsidies van overheidswege en/of andere organisaties in binnen- en buitenland;
d. alle andere inkomsten en vermogen welke op wettige wijze zijn verkregen.

Hoofdstuk III Bestuur

Artikel 5
  1. Het bestuur van het SBF bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste negen leden, die de negen instanties als genoemd in artikel 1 vertegenwoordigen. Voor elk lid wordt tevens een plaatsvervanger benoemd. De bestuursleden en hun plaatsvervangers worden door de Minister, op voordracht van de negen vertegenwoordigende instanties, benoemd en ontslagen. Elke vertegenwoordigende instantie draagt een bestuurslid en tegelijkertijd een plaatsvervangend lid voor. De bestuursleden en plaatsvervangers moeten ingezetenen zijn die de Surinaamse nationaliteit bezitten of staatsburgers zijn van een andere lidstaat van de Caribische Gemeenschap.
  2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Zij vormen tezamen het dagelijks bestuur.
  3. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van zes en dertig kalendermaanden en zijn terstond herbenoembaar. De voorzitter wordt bij toerbeurt gekozen voor een periode van twaalf maanden; de secretaris en penningmeester worden eveneens gekozen voor een periode van twaalf maanden. Bij het ontstaan van een of meer vacature(s) in het bestuur, zal (zullen) de desbetreffende instantie(s) die het fungerende lid heeft (hebben) voorgedragen binnen een termijn van negentig dagen in zijn opvolging voorzien.
  4. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden met een minimum van vijf leden niettemin een wettig bestuur.
  5. De instantie die het fungerende lid of plaatsvervangend lid heeft voorgedragen, heeft het recht dit lid of plaatsvervangend lid in dringende gevallen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Minister, terug te roepen.

Bestuursvergaderingen en Bestuursbesluiten

Artikel 6
  1. Iedere kalendermaand wordt ten minste één vergadering gehouden.
  2. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen twee weken na het verzoek, is zijn de leden van het bestuur bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de in de leden 3 en 4 van dit artikel genoemde procedures.
  3. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 2 van dit artikel bepaalde – door de secretaris, ten minste drie dagen van tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend.
  4. De oproeping vermeldt behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  5. In beginsel besluit het bestuur in consensus. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door deze wet gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid wordt de vergadering geleid door de secretaris en bij diens afwezigheid door de penningmeester.
  7. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door een der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangewezen. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
  8. In afwijking van het bepaalde in lid 5 van dit artikel kan het bestuur beslissen om in bepaalde, door hem vast te stellen gevallen, een stemmingsprocedure in te stellen. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover geen andere meerderheid is voorgeschreven worden alle bestuursbesluiten genomen met gewone meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen.
  9. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt geheim.
  10. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  11. Indien de stemmen staken is het voorstel verworpen.

Bestuursbevoegdheid en Vertegenwoordiging

Artikel 7
  1. Het bestuur is belast met het besturen, het instandhouden, het versterken en het uitbouwen van het SBF.
  2. Het bestuur behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Minister voor:
    a. het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden voor de directeur(en) en andere stafmedewerkers van het SBC;
    b. het aangaan van geldleningen;
    c. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen;
    d. het aangaan van overeenkomsten waarvan het geldelijk belang per geval een door de Minister vast te stellen bedrag te boven gaat;
    e. het vaststellen van een vergoeding aan de leden en plaatsvervangende leden van het bestuur.
Artikel 8
  1. Het dagelijks bestuur vertegenwoordigt het SBF in en buiten rechte. Voor het verrichten van rechtshandelingen zijn twee handtekeningen van het dagelijks bestuur voldoende.
  2. Het bestuur kan volmacht verlenen aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om het SBF binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Einde Bestuurslidmaatschap

Artikel 9

Het bestuurslidmaatschap eindigt door overlijden, bij onder curatele stelling, bij schriftelijke ontslagneming, door afwezigheid voor ten minste drie maanden aaneengesloten, door expiratie van de zittingsduur en door terugroeping als voorzien in artikel 5 lid 5.

Directie en Personeel

Artikel 10
  1. Het bestuur kan één of meer directeur(en) en/of andere functionaris(sen) voor het SBC benoemen, die belast wordt (worden) met de uitvoering van door het bestuur opgedragen taken van het SBC.
  2. De directeur(en) casu quo functionaris(sen) vericht(en) deze taken in overeenstemming met een door het bestuur vast te stellen directie- en personeelsreglement.

HOOFDSTUK IV Boekjaar en Jaarstukken

Artikel 11
  1. Het boekjaar van het SBF is gelijk aan het kalenderjaar. Voor de eerste maal loopt het boekjaar vanaf de dag na de afkondiging van de wet Suriname Business Forum tot en met 31 december van het daaraanvolgend jaar.
  2. Het bestuur biedt jaarlijks, uiterlijk in de maand juli, de Minister een concept-begroting van inkomsten en uitgaven alsmede een concept-jaarplan voor het daarop volgend jaar vergezeld van de daarbij behorende toelichting, aan. De Minister stelt de begroting en het jaarplan uiterlijk binnen twee maanden na indiening vast. Indien de Minister niet binnen twee maanden reageert, worden de begroting en het jaarplan geacht te zijn goedgekeurd.
  3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van het SBF afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt welke jaarstukken, vergezeld van een goedkeurende verklaring van een registeraccountant, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur aan de Minister zullen worden aangeboden.
  4. De jaarstukken worden binnen twee maanden door de Minister vastgesteld. Deze vaststelling strekt het bestuur tot decharge.
  5. Binnen acht maanden na afloop van het boekjaar worden de jaarstukken gepubliceerd door het SBF, door deze ten minste te zijner kantore ter inzage te leggen.

Geheimhoudingsplicht

Artikel 12

Ten aanzien van alle vertrouwelijke en geheime informatie, met betrekking tot aangelegenheden het SBF betreffende, welke door leden van het bestuur, de directeur(en) of enig personeelslid van het SBC uit hoofde van hun werkzaamheden bij of ten behoeve van het SBF is verkregen, geldt voor betrokkenen een geheimhoudingsplicht voor een periode van twee jaar na beëindiging van de betrekking.

Algemene delegatiebepaling

Artikel 13

Onverminderd de bepalingen van deze wet, waarin een staatsbesluit is voorgeschreven, kunnen omtrent de in deze wet geregelde onderwerpen nadere regels bij of krachtens staatsbesluit worden vastgesteld.

Slotbepalingen

Artikel 14

  1. Deze wet kan worden aangehaald als: Wet Suriname Business Forum.
  2. Zij wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.
  3. Zij treedt inwerking met ingang van de dag volgende op die van haar afkondiging.
  4. De Minister belast met de zorg voor de bevordering van de handel en industrie is belast met de uitvoering van deze wet.

Gegeven te Paramaribo, de 18e oktober 2006.

R.R. VENETIAAN

Uitgegeven te Paramaribo, de 1ste november 2006

De Minister van Binnenlandse Zaken, M.S.H. HASSANKHAN.