Opinie: Moet de Staat partij zijn bij petroleumovereenkomsten?
De recente Final Investment Decision door Total Energies en APA Corporation roept vragen op over de rol van de overheid in petroleumovereenkomsten.
De overeenkomst is gesloten tussen Staatsolie en Apache Corporation waarvan de naam later veranderde in APA Corporation. Na het sluiten van de overeenkomst heeft Apache besloten – waarschijnlijk op grond van financiële overwegingen – een gedeelte van haar belangen over te dragen aan Total.
Total/Apache hebben exploitatiewerkzaamheden verricht, maar de beslissing om tot daadwerkelijke winning van de olie- en gasvelden over te gaan bepaald op een nader vast te stellen tijdstip o.a. afhankelijk van de winbare voorraden, de ontwikkelingen in de wereld olieprijs en wellicht ook de politieke omstandigheden in Suriname.
Dit betekent dat de definitieve investeringsbeslissing geheel in handen was van de genoemde Contractors. Staatsolie en de Republiek Suriname speelden daarin geen (contractuele) rol.
De PSC tussen Staatsolie en de Contractors
Volgens de Petroleumwet 1990 is Staatsolie als staatsonderneming (honderd procent van de aandelen behoort aan de Staat) bevoegd om met International Oil Companies (IOC’s) petroleumovereenkomsten aan te gaan. Volgens artikel 5 Petroleumwet 1990 is hiervoor goedkeuring van de Minister nodig, na toestemming van de Regering. De overeenkomst geschiedt in de vorm van een productiedelingscontract (PSC). Zoals voormeld is dit contract reeds in de vorige regeerperiode gesloten en aangenomen mag worden dat de vereiste goedkeuring en toestemming verleend zijn.
In dit verband wordt opgemerkt dat Staatsolie concessie had verkregen van de Staat op alle gebieden (blokken) die in aanmerking kwamen voor exploratie en exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen.
De PSC nader bekeken
De PSC is gebaseerd op een standaardcontract, dat waarschijnlijk in grote lijnen internationaal gebruikelijk is. In het onderhavige contract is de royalty voor de Staat Suriname bepaald op 6,25% van de “Gross Production” en kan gedurende de looptijd van de overeenkomst niet veranderd worden.
Als ik de directeur van Staatsolie goed begrepen heb, is het wel mogelijk om het gehele getekende contract desgewenst te bekijken met als enig verbod dat er geen kopieën mogen worden gemaakt. Uiteraard heeft de Staat Suriname als enig aandeelhouder van Staatsolie volledige inzage en controle in de totale bedrijfsvoering.
Slot
De FID betekent dat de Contractors Total/APA op 1 oktober hebben gezegd:
“Wij geven groen licht voor de daadwerkelijke olie- en gaswinning.”
Dit is een eenzijdige beslissing, weliswaar gebaseerd op een eerder gesloten contract. Staatsolie noch de Republiek Suriname konden deze beslissing rechtens afdwingen.
In dit verband wijs ik op een tweetal artikelen van hoge kwaliteit in SJB 2024 no. 1-2, die mij geïnspireerd hebben tot het schrijven van het onderhavige stuk:
Abygail Mohammedamin, De door de Regering gegeven garantie in het licht van de petroleumovereenkomsten, gesloten tussen Staatsolie en Contractors en Dhieredj Isrie, De beperking van de contractsvrijheid van buitenlandse oliemaatschappijen bij productiedelingsovereenkomsten.
Date: 12 oktober 2024
Categories: Columns, Olie- en Gasindustrie, Suriname
– DISCLAIMER –
LocalContentSuriname.com is een portaal waar ondernemers, bedrijven en stichtingen zich willen presenteren. Deze website is niet verantwoordelijk voor de inhoud die op deze pagina getoond wordt. Alle informatie die op deze pagina wordt verstrekt, moet onafhankelijk worden geverifieerd. Er worden geen garanties of verklaringen gegeven voor de juistheid van de informatie. Ga naar veelgestelde vragen voor meer informatie.